![]() |
De Deaf World Games, onder auspiciën van het Comité International
des Sports des Sourds (International Committee of Deaf Sports - CISS) beleefde
zijn primeur in Parijs in augustus 1924.
De Nederlandse ploeg, een van de negen deelnemende landen, bestond destijds
uit zwemmers, atleten en een wielrenner en behaalde 9 medailles (2 goud, 5 zilver
en 2 brons).
1928 was een geweldig sportjaar voor zowel horend als doof Nederland, want zowel
de Olympische Spelen als de 'Doven Olympiade' vonden plaats in het monumentale
Olympisch Stadion in Amsterdam (niet gelijktijdig). Wat de dovenspelen betreft:
bij de 2e Internationale Sportspelen voor doven in Amsterdam hingen de vlaggen
van tien deelnemende landen in top. 210 sporters kwamen in actie waaronder 30
Nederlanders. De Deaf World (Summer) Games mogen zich sinds 2001 Deaflympics
noemen, na toestemming van het IOC (internationaal olympisch comité).
Anno 2005
worden de Deaflympics voor de 20e keer georganiseerd. De Wereldspelen van Doven
hebben hiermee een veel langere historie dan bijvoorbeeld de Paralympics. Volgens
de laatste berichten van de CISS worden in het Australische Melbourne 3.500
deelnemers verwacht uit 80 landen.
Ook doven beoefenen topsport, sport op het hoogste niveau, ondanks de vele implicaties die dat met zich meebrengt. Zo komt de ontwikkeling van motorische vaardigheden als lopen, springen, huppelen, slaan, etc. mede tot stand door geluidsprikkels en door ritmische aspecten van de beweging. De ontwikkeling van de motoriek verloopt bij auditief gehandicapte kinderen in de eerste levensjaren langzamer en ze ontwikkelen ook een ander gevoel voor ritme. Zeer veel dove mensen hebben problemen met balansfuncties. Daarnaast is goede communicatie van belang voor het maken en begrijpen van afspraken, regels en gedragscodes die altijd bij spel en sport een rol spelen. Daarnaast speelt de sociale acceptatie een hele grote rol. Een dove sporter die zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt door zijn omgeving (bijv. ouders, trainers en horende team- en clubgenoten) zal betere sportprestaties neerzetten dan een iemand die er niet echt bij hoort en nergens bij betrokken wordt.¹
Binnen de dovensport is er geen onderscheid in categorieën bij verschillende
taken van sport zoals bij de Paralympics. De dove sporters bestrijden elkaar
volgens de reglementen zoals die ook gehanteerd worden bij de horende sportbonden.
Techniek en tactiek verschillen ook nauwelijks.
De aanpassingen zijn vooral gericht op de wijze waarop de communicatie plaatsvindt.
Zo horen dove sporters het fluitsignaal niet en kunnen teamsporters tijdens
wedstrijden elkaar geen aanwijzigen toeschreeuwen. Neem bijvoorbeeld waterpolo.
Zwemmen, een bal spelen en gebaren maken gaat nu eenmaal niet samen. Ook een
tennis- of badmintonduo kan in het heetst van de strijd niets naar de partner
roepen. In confrontaties met horende tegenstanders is dit een grote handicap.
De dove sporter c.q. het doventeam staat vanaf het startschot in feite al achter.
Bij sportevenementen met en tegen dove deelnemers zit iedereen 'in hetzelfde
schuitje', zijn er geen communicatieproblemen en gaat het alleen nog maar om
de prestaties van de sporter en de sport zelf. [Sporters die willen deelnemen
aan dovensport, dit betekent in georganiseerd verband meedoen aan wedstrijden
(ook internationaal) samen met en tegen ander dove sporters, dienen een hoorverlies
te hebben van minimaal 55dB aan het beste oor.]
Auditief gehandicapte sporters moeten net als horende sporters aan strenge
limieten voldoen om te kunnen deelnemen aan internationale topsportevenementen
zoals een EK, WK of de Deaf World (Summer/Winter) Games. Daar moeten ze net
als ieder ander hard voor trainen. Daarnaast is het participeren in horende
competities en wedstrijden een eis. Dove topsporters zijn daarom altijd lid
van twee verenigingen.
¹ Visscher, Christiaan (2000),
Doofheid en Sport. Onderzoek naar de betekenis van doof zijn voor sportprestatie,
lichamelijke fitheid, sportieve competentie en sociale acceptatie.
Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, vakgroep Bewegingswetenschappen. Academisch
Proefschrijft ter verkrijging van het doctoraat in de Pedagogische, Psychologische
en Socialogische Wetenschappen. Samenvatting in het Engels. Bevat literatuuropgave.