Pocketbowlen

De meeste bowlers onder ons proberen met hun worp in de pocket uit te komen. Deze pocket is voor de rechtshandige bowlers tussen de 1 en de 3 pin en voor linkshandige bowlers tussen de 1 en de 2 pin. Voor rechtshandige back-up bowlers is het ook aan te bevelen om tussen de 1 en de 2 pin uit te komen en linkshandige tussen de 1 en de 3 pin.
Ondergaand stuk is geschreven voor rechtshandige bowlers die met hun worp tussen de 1 en de 3 pin uit willen komen (en linkshandige back-up bowlers). Linkshandige bowlers en rechtshandige back-up bowlers zullen het volgende dus in spiegelschrift moeten lezen.

De pocket, die op board 17 ligt, zal door iedere bowler opgezocht moeten worden, als men de kans op een strike wil vergroten.
In dit stuk zullen we het gaan hebben over hoe we die pocket nu op kunnen zoeken en hebben het dus niet over pinaktie.

1-1. 10 - lijn
Als de bal in de pocket is, hoef je geen aanpassingen te maken, maar deze lijn blijven bowlen om de pocket te raken.

2-2. 10 - 10 lijn
Als de bal de headpin in het midden raakt (splitzone), kan men op de approach 2 boards naar links opschuiven.
Voor aanpassing: 10 - 10 - 10 - 20
Na aanpassing: 12 - 11 - 10 - 17

3-3. 10 - 10 lijn
Als de bal dik in de brooklyn komt, kan men op de approach 4 boards naar links opschuiven.
Voor aanpassing: 10 - 10 - 10 - 23
Na aanpassing: 14 - 12 - 10 - 17

4-4. 10 - 10 lijn
Als de bal heel licht aan de verkeerde zijde van de headpin raakt (lichte brooklijn) kan met op de approach 6 boards naar links opschuiven.
Voor aanpassing: 10 - 10 - 10 - 21/22
Na aanpassing: 16 - 13 - 10 - 17

5-5. 10 - 10 lijn
Als de bal de hadpin heel licht raakt met als gevolg dat de 2-2/5-2/4/5 pin(s) blijven staan, dan kan men op de approach 2 boards naar rechts opschuiven.
Voor aanpassing: 10 - 10 - 10 - 15�
Na aanpassing: 8 - 9 - 10 - 17

Bovenstaand systeem kan men op elke lijn gebruiken. Als men met de eerste bal de headpin niet raakt op een 10 - 10 lijn dan kan men bijvoorbeeld een 7 - 7 lijn spelen waarna bovenstaand systeem weer gebruikt kan worden.
Komt de bal na enkele worpen gegooid te hebben bijvoorbeeld enkele malen in de brooklyn, dan zal men op de approach als men een persoonlijk nummer heeft van 8 op board 19 moeten staan. Dat is dus 7 van de bowlinglijn + 8 van het persoonlijk nummer +4 van de aanpassing, die men moet maken om in de pocket te komen.
Wanneer men op de approach gaat opschuiven, zal men zich met het lichaam heel licht schuin moeten staan en naar het mikpunt moeten blijven kijken. Hierdoor zal men ook heel licht schuin naar de foutlijn lopen.
Maak de aanpassingen als men enkele malen gegooid heeft en men zeker weet of men het mikpunt bij de arrowzone geraakt heeft.
Houd ook rekening met wisselende baancondities. Baan 7 kan heel anders lopen dan baan 1, dus kan ook de uitganspositie hier anders zijn.
Men kan het beste dit systeem eens rustig in een training uitproberen en daarna in de wedstrijden gaan gebruiken.